Aad van Diemen – IVN Natuurgids ‘Stad en Plant’ 29-8-2024

De groene trompetboom (Catalpa bignonioides) is de laatste 15 jaar in toenemende mate populair geworden. Ik weet nog dat je naar een arboretum moest gaan om er één te zien. Net als bij sommige andere planten is de boom bij het publiek meer bekend onder de wetenschappelijke naam ‘catalpa’. Die geslachtsnaam naam komt uit het Cherokee, een taal van een Indiaans volk, en betekent ‘gevleugeld hoofd’. Waarschijnlijk naar de vorm van de bloem, die mij dichterlijk meer aanspreekt dan ‘trompet’. Een trompetvorm kan ik nauwelijks ontdekken bij de bloem. De soortaanduiding ‘bignonioides’ eert J. P. Bignon (1662-1743) hofprediker bij Lodewijk XIV en beschermer van geleerden.

Trompetboombloem, maakt geen muziek. Foto Aad van Diemen.

 

De boom wordt veel aangeplant in plantsoenen, kerkhoven en ook wel bij particulieren met een wat grote tuin. De boom wordt niet heel hoog, maar toch wel 15 m. Als vrijstaande boom heeft hij een sierlijke vorm met een brede kroon en een korte stam. De bladeren zijn groot en hebben een typische lichtgroene kleur. Het lijken wel kleine vlaggen. De bloemen zijn groot, de kleur is wit met gele strepen en violette punten. Ze groeien in pluimen van 10 tot 20 bloemen. Prachtig om te zien en lichtgeurend.

De vruchten groeien in september en oktober, worden 20-40 cm lang en hebben een dunne vruchtwand. De bladeren vallen al vroeg en dan zie de lange peulen de hele winter hangen als een soort feestversiering. Het moge duidelijk zijn dat de groene trompetboom in alle seizoenen wat te bieden heeft voor het oog. Omdat de boom snoei goed verdraagt, wordt hij ook als knotboom gezet in hagen zoals bijvoorbeeld bij mij in Bavel. Van de charme van de boom blijft dan niets over en het is ook uit ecologisch oogpunt een foute keuze. De groene trompetboom is een Amerikaanse exoot die weinig toevoegt aan de biodiversiteit. Uit esthetisch oogpunt is het verdedigbaar om hem als solitair hier en daar te zetten, maar als knotboom zijn er tal van inheemse alternatieven als linde en wilg.

In Nederland is ook nog een andere trompetboom te vinden: de gele trompetboom (Catalpa ovata). Deze is afkomstig uit China en je ziet hem veel minder. Het belangrijkste verschil met de groene trompetboom is dat de bladeren gelobd zijn en de bloemen kleiner zijn en inderdaad crèmekleurig, gelig. De groene trompetboom verwildert in Nederland  op ongeveer 30 plaatsen en is ook al in Breda aangetroffen. De gele trompetboom is nog niet zover: tot op heden op één plaats in Nederland.

Markandalletjes
  • Na midzomer de dagen al bijna 3 uur korter. Geen wonder dat er zoveel groene eikels vallen, al zijn ze wel héél vroeg.
  • De appelboompjes zijn weer saai groen, De rode appeltjes zijn ‘geappelmoest’.
  • De Stichting Markdal, die de verworven gronden beheert komt weinig in de publiciteit, maar heeft zo’n 40 ha verworven grond in portefeuille. Die zal via het GOB ingezet gaan worden voor nieuwe natuur in het Markdal. Ook wordt gewerkt aan aankoop van zo’n 10 ha. Stille noeste werkers.
  • Grondwater wordt schaarser. Waterschap wil vinger aan de pols houden met inventarisatie. Daarom wordt aanmelden van ‘Kleine grondwaterputten’ nu gevraagd. ‘Klein’ is relatief. Gaat om putten die tot 10.000 liter per uur op mogen pompen. Of te wel 240.00 liter per dag…. Toch wel een aardig zwembad. ‘Grote’ putten zijn echt groot en moeten écht een vergunning hebben.
  • Ook in de Mark zitten veel Rivierkreeften zag schepnetvisser Mees met vader Krien.
    Mees als rivierkreeftonderzoeker
  • Mooiste zandpad van Brabant ligt in het landschappelijke De Rith. Bij de ‘Luie Boom’. Die krijgt van de Brabantse Milieu Federatie de Hetty Gerringa prijs. Hetty was tot haar recente pensioen een rots in de branding bij de BMF. Op 28 september komt wethouder Peter Bakker (GL) ter plekke de prijs uitreiken. Mooie opsteker voor het landschappelijke De Rith dat steeds voor zijn erfgoed moet knokken.   
  • Vogels: het is til met de rustende en opvettende vogels, maar toch … Merkske: Zwarte ooievaar, helaas doorvliegend, drie Wielewalen, acht Wespendieven ((Tom Voet, Gerard van Buuren, Ted Overmeer). Bleeke Heide: twee contrastrijke duo’s Witgat en Zwartkop, zes Dodaarsjes (Ria Lanbregts). Markdal: twee Vuurgoudhaantjes met hoge tonen voor scherpe oren (Kees Kammeraat), zes Lepelaars (Kees de Ruijter). En het gaat weer drukker worden!

Joop van Riet – natuurgids IVN Mark&Donge

Paarse Galderse en Strijbeekse Heide omlijsten Markdal.
Foto Ellen Rijken