24-4-2025 (Door gastschrijver Dick Klees – Studio Wolverine)

Onze kleinste roofdieren zijn allen marters. Gekenmerkt door een slank, lang lijf met korte poten en een staart die in lengte verschilt. Herkenbaar aan hun sporen met 5 tenen aan de voorvoeten. Zo’n lang lijf maakt dat dieren erg buigzaam zijn, wat goed van pas komt bij het jagen op prooidieren in dichte structuren. De soorten zijn in oplopende grootte, de wezel, de hermelijn en de bunzing.

Bunzing, de grootste van de drie. Foto Dick Klees

Reden om hier eens aandacht aan te besteden is hun zorgelijke bestaan. De door ons mensen gebruikte rodenticiden (gif tegen knaagdieren) is zo werkzaam dat het middels doorvergiftiging ook de natuurlijke knaagdier jagers in hun bestaan bedreigt. En dat is lang niet het enige gevaar, omdat het landschap waarin ze dekking konden vinden opgeschoond is of tijdens de oogst in luttele uren verandert van begroeid naar kaal. Reden voor de zoogdiervereniging om het jaar van de hermelijn uit te roepen. En onze provincie Brabant heeft deze soorten beschermd!

De koningsmantel Hermelijn. Foto Dick Klees

In hun afmetingen vertonen ze telkens een beetje overlap en ook in prooidier keuze. Mannen zijn doorgaans 20% groter dan vrouwen. De wezel (11-25cm) als echte muizenjager is zo klein dat hij muizen in hun gangetjes kan achtervolgen. De hermelijn (16 – 31 cm) al een fikse slag groter bejaagt van muis tot konijn. Al is die laatste prooi eigenlijk te groot. Maar hij slaagt er dan ook voornamelijk in om hem niet met pure kracht, maar met uithoudingsvermogen te overwinnen in een langdurige sprint. De bunzing (50-70 cm)  is al weer een stuk groter en heeft een brede range aan prooidieren. Bunzingen bewonen zowel droge als natte gebieden, met de daarbij horende prooidieren. Muskusrat en konijn kan hij de baas, maar ook een aandeel amfibieën staan op zijn menu. En bij gebrek aan een koelkast om overvloedig eten goed te houden hebben ze een heel eigen methode in gebruik. Ze bijten kikkers in de ruggengraad zodanig dat die verlamd raken. Daardoor kun je een voorraad aanleggen van kikkers die niet weglopen en omdat ze nog wel leven, bederven ze niet. Wreed of slim, aan wie is dat oordeel?

Ieder dier probeert op zijn manier het beste van het leven te maken en dat valt niet mee. Want ze delen ook allemaal de nadelen van een lang lichaam. Hun oppervlakte is te groot tegenover de inhoud, heel inefficiënt om warm te blijven. Dat is dan ook de reden dat zeker de twee kleinste, wezel en hermelijn, om de paar uur op jacht moeten gaan om in hun energie behoefte te kunnen voldoen. Wezels moeten 33 % van hun lichaamsgewicht per etmaal eten en verhongeren al bij 24 uur  en hermelijnen hebben wat meer tijd met 36 uur. (En 23% lichaamsgewicht voedsel/etmaal). De grote verliezen worden onvoldoende goed gemaakt door hun vacht die uit twee lagen bestaat. Onder een laag isolerende wolharen, afgedekt door hardere dekharen. Een kwaliteit die de mens ook niet ontgaan is. Marterbont met als ultiem voorbeeld de koningsmantel, die uit honderden velletjes van hermelijnen bestaat. En dat zijn enkel wintervachtjes, omdat de hermelijn als enige van de marters in de herfst een wintervacht krijgt die wit wordt, met enkel de staartpunt zwart. Een goede schutkleur in winters die wit zijn, maar met de huidige klimaatverandering niet meer zo handig. De witte hermelijnen zijn extra kwetsbaar omdat ze opvallen aan zowel prooi als vijand. Gelukkig dat niet alle hermelijnen vasthouden aan deze gewoonte. Maar een haast onoverkomelijk probleem voor deze roofdieren is de verarming van ons landschap. Gebrek aan schuilgelegenheid in de hedendaagse aangeharkte wereld treft zowel hun voedsel (muis en konijn) als hunzelf door op hun beurt zichtbaar te worden voor grotere rovers. Onze alom aanwezige huiskatten spelen daarin een kwalijke rol, maar ook vogels als reigers, ooievaars, uilen en roofvogels. Waar vroeger een slecht jaar gevolgd werd door een beter, komen die inmiddels niet meer voor.

Dick Klees - Dier-ecoloog, gespecialiseerd in roofdieren

De kleinste marter, de soepele wezel. Foto Dick Klees
Markandalletjes
  • Nu explosie van groene bladeren aan bomen. Geen vogel meer te spotten! Wel te horen! De Merlin Bird app is een wondertje in zangvogel herkenning!
    * IVN natuurwandeling De Broskens (Merkske) flora en fauna rond het moeras.  Zeldzaam mooi kronkelende grensriviertje van Vlaanderen en Brabant. Zondag 27 april. 10-15u. (lunch meenemen). Aanmelden via website IVN Mark&Donge.
  • Voorstel van Partij van de Dieren om “het Merkske een stem te geven” is aangehouden tot november. Was in Waterschap nog te ‘nieuw’. Nu in de week gelegd tot DB-lid Karin van den Berg de mogelijkheden verkend heeft. Nieuw Zeeland kent dit fenomeen al als eerste. Mooi om via Brabantse Delta de cirkel rond te maken!
  • Heropening opgeknapte Kortebeentjespad, voor Snuiters, Snuitjes, Snoeten en Spruiten. Ouderen mogen (op afstand) toezien hoe het jonge grut zich vuil maakt, klautert, rent, rolt, blèt en lacht. Zondag 27 april. 14-17u. “P” Den Rooy. Ulicotenseweg/Meerle (B). Natuurpunt Markvallei. Drankje toe.
  • Plataan-Check! Platanen schors zijn maatgevend voor fijnstof in omgeving. Samenwerking Urgenda met WaagFuturelab en ProjectEcorc'Air. Zie website natuur- en milieuvereniging Markkant. Schors verzamelen en opsturen tot 9 mei!
  • Natuurherstel: Nieuwe wetlands langs de Broekloop (tussen Valkenberg en Anneville). Lepelaars hebben ze al als voedselbron ontdekt! Dat zit wel goed!

Joop van Riet – natuurgids IVN Mark&Donge

Nieuwe wetlands aan de Broekloop. (Geersbroekseweg). Al ontdekt door grazende Lepelaars!